Werk je graag op een actieve manier en zoek je een werkvorm om te oefenen met klokkijken, dan zijn deze leerlingklokjes een must! De tijd op het klokje kan verzet worden door aan de grote wijzer te draaien. De wijzers zijn gesynchroniseerd, wat betekent dat de kleine wijzer vanzelf meedraait. Dit is fijn voor tijdsbegrip bij kinderen. Zij leren dat voor ‘een uur later’ de grote wijzer een rondje moet draaien. Door de standaard op de achterkant kan het klokje rechtop staan. 

Multi inzetbaar, zo kun je de kleuters een (openings)tijd van een winkelhoek na laten maken, oefent groep 3 met hele en halve uren en zet je ze in de bovenbouw in om met digitale tijden (en tijdsverschil) te oefenen.

Hoe zet je de klokjes in voor bewegend leren?
De helft van de groep krijgt een leerlingklokje, de andere helft een kaartje uit Beweegspel Klokmaatjes. Bijv. een kaartje waarop staat ‘half 3’. In de midden- en bovenbouw kun je gebruikmaken van Digi klokmaatjes, waarop bijvoorbeeld staat ‘13.25’. De leerkracht zet muziek aan en alle spelers bewegen door de ruimte (bijv. het schoolplein). Als de muziek stopt, loopt een speler met een klokje naar een speler met een kaartje en wordt de tijd van het kaartje op het klokje gemaakt. De andere speler controleert of het klopt. Vervolgens wisselen ze om, de speler met het klokje krijgt nu het kaartje en andersom. Als de muziek weer start, wordt er weer bewogen en daarna wordt een ander maatje gezocht.
Deze bijpassende klokkaartjes kun je hier voor gebruiken:
– Klokmaatjes: hele en halve uren (hele en halve uren op een analoge klok)
– Klokmaatjes: kwartieren (kwart voor/kwart over op een analoge klok)
– Digi klokmaatjes: hele en halve uren (hele en halve uren op een analoge én digitale klok)
– Digi klokmaatjes: 5 minuten (analoog en digitaal tot op 5 minuten nauwkeurig)
– Digi klokmaatjes: de klok rond (analoog en digitaal tot op de minuut nauwkeurig)